BEKNOPTE VERKLARING
van de
MECHELSE CATECHISMUS
ten gebruike van het middelbaar onderwijs
VERANTWOORDING
–
Verantwoording bij de publicatie
Waarom heb ik een oude catechismus heruitgegeven? | Het is een erfstuk van mijn grootvader | Een oud boek op zolder | ||||
Normaalschool | ||||||
Persoonlijke aantekeningen | ||||||
Het is een onderdeel van onze levende geloofstraditie | 1623 | De catechismus | ||||
De kleine catechismus | ||||||
Theologie tussen Rede en Liefde | ||||||
1937 | De aantekeningen | |||||
Volksveredeling vs. Emancipatie | ||||||
Tips voor onderwijzers | ||||||
Oecumene | ||||||
Dekkers | ||||||
Vandaag | Het belang van deze publicatie |
Een oud boek op zolder
Beknopte Verklaring van de Mechelse Catechismus ten gebruike van het middelbaar onderwijs Het boek lag al jarenlang in een antieke koffer, gevuld met oude missaals en andere katholieke boekjes, bij mij op zolder. Allemaal erfstukken uit de familie of opgepikt van rommelmarkten. Ik heb altijd een fascinatie gehad voor de preconiciliaire geloofswereld, die ik nooit heb meegemaakt en die zo plotsklaps tot een einde gekomen is en volledig verdonkermaand is door de postconciliaire Kerk.
Het is een catechismus en heet voluit Beknopte verklaring van den Mechelse Catechismus ten gebruike van het middelbaar onderwijs, uitgegeven in bisdom Gent in 1932. Mijn grootvader, Cyriel Houben (1918-1984) gebruikte dit boek tijdens zijn opleiding aan de normaalschool van Sint-Niklaas van 1933 tot 1937, de hoogtijdagen van het katholiek militantisme.
De uitgavedatum betreft vooral de verklarende teksten. De eigenlijke catechismus, samengesteld uit vragen en antwoorden, gaat terug tot 1623. Toen schreef Guilielmus de Pretere sj zijn Catechismus oft christelijcke leeringe ghedeyldt in viif deelen ende een-en-veertich lessen, voor de catholijcke ionckheydt van het artschbischdom ende alle de andere bischdommen der Provincie van Mechelen. In de online publicatie zijn ook afbeeldingen uit de oorspronkelijke catechismus opgenomen.
Normaalschool
De opleiding tot onderwijzer voor de lagere school voltrok zich in de normaalschool. Ze duurde vier jaar en men begon eraan op veertienjarige leeftijd, hetzij na een vierde graad in de lagere school, hetzij na een eerste cyclus in de humaniora. Mijn grootvader is afgestudeerd in 1937, net geen 19 jaar oud. Hij studeerde aan de bischoppelijke normaalschool van Sint-Niklaas. De studenten verbleven op internaat en mochten maar om de drie maanden naar huis.
De catechismus
De oorspronkelijke uitgave uit 1623 Als handboek van de katholieke geloofsleer voert dit boek ons terug naar de omwentelingen van de reformatie en de nieuwe consolidatie van de katholieke leer na het concilie van Trente (1545-1563). De catechismus die in 1623 werd opgesteld door De Pretere sj was een herwerking van een eerste versie uit 1609, opgesteld door Lodewijk Makeblijde sj. Hoewel andere bisdommen in de loop der eeuwen met hun eigen adaptaties op de markt kwamen, bleef bisdom Gent tot in het midden van de twintigste eeuw trouw aan het oorspronkelijke werk.
Wie meer wil leren over de geschiedenis van de catechismussen uitgegeven in het Nederlandse taalgebied, kan verder lezen in dit oude artikel uit 1937 van kan. J. Jacobs, dat eigenlijk een aanklacht is tegen het verouderde taalgebruik uit de onderhavige catechismus (dat ik voor een deel heb proberen rechtzetten) en in dit recentere artikel van dr. Marcel Gielis.
De kleine catechismus
De “kleine catechismus” Deze catechismus is de grote broer van de “kleine catechismus”, die gebruikt werd op de lagere school. Het mag wel blijken dat de onderwijzers op de lagere school met deze ‘grote’ catechismus aardig wat bagage hadden om hun kinderen die ‘kleine’ catechismus goed uit te leggen. Anderzijds kan ik me best voorstellen dat deze rigide methode het hen moeilijk maakte om aansluiting te vinden bij de snel veranderende tijdsgeest na de oorlog.
De aantekeningen
Het catechismusboek werd uitgegeven als een werkboek. Het is ingebonden met afwisselend bedrukte en lege pagina’s, bedoeld om aantekeningen te maken tijdens de lessen, wat mijn grootvader nauwgezet heeft gedaan. De meer dan 200 bladzijdes aantekeningen voeg ik ook toe aan de publicatie. Zij illustreren de ernst en de geestelijke diepgang waarmee de geloofsleer werd bestudeerd aan de normaalscholen. Zij bevatten ook talrijke uitwijdingen die de docenten in de lessen behandelden en die een beeld geven van het katholicisme in het interbellum.
De ernst van de studie kan voor ons verrassend zijn, want wij menen dat de catechismus er enkel was “om van buiten te leren”. De leerstof moest wel degelijk begrepen worden en om de omvang van de leerstof uit de normaalschool te evenaren, moet je vandaag al theologie gaan studeren. De uitwijdingen bevestigen dan weer het beeld dat we hebben van het rijke roomse leven met zijn gesloten sameleving en strenge moraal. Het concilie is nog veraf in 1937!
Het belang van deze publicatie
De digitale publicatie van dit boek, inclusief de aantekeningen, kan niet anders dan een meerwaarde betekenen, want het blikveld op de katholieke traditie is wel erg eng geworden met dat grote zwarte gat tussen de canonisatie van de Bijbel en Vaticanum II…
Als catechetisch hulpmiddel is het boek in onze tijd niet meer bruikbaar, maar dat wil niet zeggen dat het slechts vanuit geschiedkundig oogpunt interessant zou kunnen zijn.
De catechismus op zich is droge kost, maar als je daarnaast wat grasduint in de aantekeningen, leer je niet allen wat er geloofd werd, maar ook hoe er geloofd werd. Wat we geloven is (in principe) onveranderd gebleven, maar hoe we geloven is onherkenbaar geworden. Ik sta er niet van versteld hoeveel nadruk er werd gelegd op regeltjes en formaliteiten, want dat is het beeld dat ons wordt ingelepeld van het “rijke Roomse leven”. Ik sta er wel van versteld dat achter elk van die regeltjes en formaliteiten ook een bewust element van geloof schuilgaat. De regeltjes en formaliteiten hebben we nu afgeworpen, en daarmee ook veel geloofsbewustzijn.
Als deze publicatie iets mag verwezenlijken, hoop ik dat ze het verlangen doet groeien naar een levenspraktijk die even vol is van geloof als die werd voorgehouden aan de studenten van de normaalschool. Even vol, maar wellicht op een andere manier.
De website bevat de integrale versie van de catechismus, inclusief de ingescande aantekeningen, met transscriptie. De catechismus is ook beschikbaar als PDF of in boekvorm.
Volksveredeling versus Emancipatie
Preuts en patriarchaal zijn termen die niet misstaan bij sommige aantekeningen over seksuele moraal, huwelijk en opvoeding. De stereotypen worden bevestigd (neem b.v. dit citaat uit les 36 over het Huwelijk, over de keuze van een huwelijkspartner: “Bekwaamheid: de vrouw moet kuiselijk zijn (pas op met sportvrouwen!); de man moet de geldverdiener zijn.”). Voor de postmoderne, geëmancipeerde lezer is dat reden genoeg om het hele boeltje naar de prullenmand te verwijzen, maar ik durf er wel de kanttekening bij maken dat deze ingesteldheden zich meer baseren op een spiritueel gefundeerd maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel dan op bekrompen ideeën van gefrustreerde priesters. In die tijd heette dat volksveredeling. Ik vraag me soms af of dit streven niet te gemakkelijk samen met de toepassingsmethodes is opgegeven.
De idealen die naar voor komen in de catechismus, in de verkarende teksten en bovenal in de aantekeningen, zijn hooggestemd. Het haarklievende onderscheid dat in Les 25 Van het Vijfde, Zesde en Negende Gebod wordt gemaakt tussen de begrippen vermaledijden, kwaad wensen, gramschap, haat en nijd, toont de fijnzinnigheid die de katholieke cultuur oplegt in de omgang met andere mensen. Neemt u even mee een kijkje op sociale media, om na te gaan of deze idealen nog steeds even sterk gekoesterd worden? Alleen al de vaststelling dat we voor deze haarfijn gedefinieerde, maar ondertussen verouderde woorden, geen gangbare equivalenten vinden in ons hedendaags taalgebruik, duidt aan dat we dit fijnbesnaarde morele onderscheidingsvermogen eigenlijk verloren zijn.
Even verderop leert Christus ons over onze betrekkingen met onze vijanden. Ik schrijf deze verantwoording in november 2020, wanneer in Frankrijk en Oostenrijk islamistiche aanslagen plaatgrijpen en wanneer Paus Franciscus zijn encycliek Fratelli Tutti publiceert. In de notities die mijn grootvader tijdens zijn lessen maakte, is broederschap van alle mensen een vaak voorkomend begrip. In 1937 stond Europa nochtans voor heter vuren dan wij vandaag.
Theologie tussen Rede en Liefde
Als ik in de catechismus lees, is dat telkens een verademing. Je stapt binnen in een orde die het wereldlijke en het hemelse, het tijdelijke en het eeuwige, samenbrengt in één consistent geheel. Die orde is gebaseerd op duidelijke gedefinieerde begrippen en logisch opgebouwde stellingen. Je voelt bij het lezen hoe het allemaal gewoon klópt, dat als je je geloof echt zó zou kunnen beleven, je leven er veel evenwichtiger zou uitzien! Dat is zo anders dan de geloofsleer zoals die in hedendaagse publicaties aangebracht wordt: vaak dubbelzinnig, gebaseerd op vage beeldspraak, speculatief en voor allerlei verklaring vatbaar. Je kan er alle kanten mee uit en je mag je er nog zo in verdiepen, achteraf weet je het nog niet. Dat niet-weten is trouwens een modieus begrip waarin de hedendaagse theologie zich nestelt als was het een na te streven doel.
Het zijn twee kanten van de slinger. Het quasi-wetenchappelijke positivisme waarmee de geloofsleer in deze catechismus wordt geponeerd, is immers niet absoluut. Ik zou zelfs durven stellen dat het nooit zo absoluut is bedoeld als het gedrukt staat. In onderhavige publicatie voegen de aanvullende verklaringen al heel wat nuance toe en de aantekeningen illustreren hoe het geloof beleefd werd. Voor wie de catechismus met een open hart leest, is het geen verzameling holle formalismen, maar een uitnodiging om in een hanteerbaar begripsveld zelf na te denken over de rol van het geloof in je leven en om met alle aangereikte middelen je persoonlijke spiritualiteit te ontwikkelen, je liefde voor God te laten groeien en zo open te staan voor het leven als opgang naar God!
Tips voor onderwijzers
In zijn aantekeningen noteerde mijn grootvader tips die de docenten gaven voor de onderwijzers in spe. Een bloemlezing:
- Roep de aandacht van de kinderen dikwijls op het kruis in de klas. (les 2)
- Hoe zal de onderwijzer de godsvrucht tot Maria bij de kinderen inprenten? 1° Dikwijls de gebedsintentie tot Maria aanbevelen; 2° De devotie van de 3 weesgegroeten onder de kinderen verspreiden om de zuiverheid door Maria te bewaren of te bekomen. (les 19)
- Van de Vlaming wordt dikwijls gezegd dat hij een vloeker is. Een onderwijzer hoeft dus alles in te spannen om mee te werken met de priester aan het uitroeien van die slechte gewoonten, m.a.w. ons volk te veredelen en te beschaven. (les 23)
- Wat vooral het werk van de opvoeder uitmaakt, is de kinderen vormen tot kuisheid. Dus positief werk leveren. Het kwaad van de onkuisheid voor ogen stellen met de schoonheid van de kuisheid te doen begrijpen. (les 25)
- [Over de biecht] Als onderwijzer moet g’ervoor zorgen dat de kinderen een volmaakt berouw kunnen verwekken. (les 34)
- Bid dikwijls met de kinderen voor de stervenden of berechten. (les 35)
- Welk geluk voor een onderwijzer het zijne te hebben bijgebracht tot het ontluiken of instandhouden van een priesterroeping. (les 35)
Anderzijds diende de onderwijzer ook in zijn persoonlijk leven het voorbeeld te vervullen:
- Zo bedrijft ook de onderwijzer een zonde van onrechtvaardigheid, wanneer hij zijn ambtsplichten verwaarloost. (les 26)
- Liegen [is een] sociaal kwaad bij de onderwijzer. Als men hem eens betrapt op een leugen, dan liegt hij altijd. (les 26)
- Wij moeten immers de H. mis meeleven en beleven. […] Wij houden eraan dit bijzonder voor te schrijven aan de opvoeder van onze jeugd en voor zijn eigen geestelijk leven en tot voorbeeld van diegenen die hem zullen toevertrouwd worden. (les 27)
- [Over deelname aan de eucharistie] Ja, praktisch leven van de onderwijzer meer dan van wie ook moet doordrongen zijn van die leer. Mocht hij zijn edel werk beginnen met Gods zegen afgesmeekt te hebben over hem en zijn kinderen. (les 33)
- Ook de onderwijzer als opvoeder heeft grote verantwoordelijkheid tegenover de zielen die hem zijn toevertrouwd. (les 40)
Oecumene
Het verraste me in de aantekeningen talrijke veroordelingen te vinden van het protestantisme. Ik denk niet dat de gemiddelde Vlaming in de jaren ’30 al een protestant van dichtbij had gezien, laat staan dat de katholieke Kerk in Vlaanderen in de protestantse kerk(en) een te duchten concurrent vond. Was er een verbondenheid met de katholieken in Nederland, die nog steeds hun emancipatiestrijd aan het voeren waren? Of was het nog een nazindering van de tijd waarin de oorspronkelijke catechismus tot stand kwam?
Dekkers
De aantekeningen bevatten tientallen verwijzingen naar hoofdstukken uit een ander boek, aangeduid als “Dekkers”. Het betreft Roomsch-katholieke godsdienstleer. De katholieke geloofsleer in drie delen door M.F. Dekkers, uitgegeven in 1917. Blijkbaar hadden de studenten ook die publicatie ter beschikking, hetzij persoonlijk, hetzij in een bibliotheek, om zich verder te verdiepen.
Persoonlijke aantekeningen
Cyriel Houben, afgestudeerd aan de normaalschool van Sint-Niklaas in 1937 Persoonlijke aantekeningen zijn er nauwelijks te vinden. Dat is wel jammer, want mijn grootvader stierf toen ik nog jong was, dus erg goed heb ik hem nooit gekend. Mijn moeder zegt ‘dat hij niet graag op het internaat zat’ (anecdote: zijn moeder kreeg tijdens zijn verblijf in Sint-Niklaas een derde kind — eigenlijk zelfs een tweeling, maar één van de kinderen stierf kort na de geboorte — waarmee hij bij zijn thuiskomst verrast werd). Misschien is dat te merken uit de aantekeningen bij de laatste lessen in 1937, die hij dateerde alsof hij aan het aftellen was. Op de groepsfoto bij het afstuderen is hij de enige die niet in de camera kijkt… Toch zou hij nog een mooie carrière afleggen als onderwijzer in de gemeentelijke jongensschool van Wommelgem, waar hij graag in het eerste studiejaar les gaf en sinds 1964 hoofdonderwijzer was tot aan zijn pensioen.
A. M. D. G.